DE Nek

Cervicale wervelkolom

Anatomie van de nek

De nekwervelkolom, ook wel de cervicale wervelkolom genoemd, bestaat uit zeven wervels en vormt het bovenste deel van de wervelkolom. Deze wervels worden aangeduid als C1 tot C7 en zijn genummerd van boven naar beneden. De bovenste twee wervels van de cervicale wervelkolom kennen een aantal bijzondere kenmerken.

De bovenste, C1 wordt ook wel de atlas genoemd. Het heeft geen typische wervelvorm zoals de andere wervels. Het heeft namelijk geen processus spinosi aan de achterzijde aan de achterzijde. De verbinding tussen C0 (de schedel) en C1 levert voornamelijk flexie en extensie, ‘ja-knikken’ bijvoorbeeld.

De tweede wervel, C2, wordt de axis genoemd. Het heeft een unieke structuur met een uitsteeksel genaamd de odontoid of dens, die in de atlas (C1) past. Dit vormt een gewricht dat roterende bewegingen van de nek mogelijk maakt, zoals bij ‘nee-schudden’ van het hoofd.

C3 tot en met C7 hebben een meer typische wervelvorm, met een wervellichaam, een wervelboog en processen die uitsteken. Tussen elke wervel bevindt zich een tussenwervelschijf, bestaande uit een buitenste ring van vezelig kraakbeen (annulus fibrosus) en een zachte, gelachtige kern (nucleus pulposus). Deze tussenwervelschijven werken als schokdempers en helpen de wervelkolom zijn flexibiliteit te behouden.

Het wervelkanaal loopt door het midden van de wervelkolom en biedt ruimte voor het ruggenmerg, een bundel zenuwen die signalen tussen de hersenen en het lichaam doorgeeft. In de cervicale wervelkolom is het wervelkanaal relatief groter dan in andere delen van de wervelkolom vanwege de kwetsbaarheid van het ruggenmerg in dit gebied.

Elke wervel heeft verschillende processen die uitsteken. Deze omvatten de processus spinosus (spinous process), die vaak voelbaar is onder de huid aan de achterkant van de nek, en de processus transversus (transverse process), die zich uitstrekt naar de zijkanten van de wervel.

Tussen de wervels bevinden zich facetgewrichten en de uncovertebrale gewrichten, die verbindingen vormen tussen de wervels en bewegingen mogelijk maken. Al deze gewrichtsvlakken zijn bekleed met kraakbeen en kunnen dus slijten, we spreken dan van artrose.

Om de bewegingen mogelijk te maken lopen er veel spieren door de het cervicale gebied. Van kleine lokale stabiliserende spieren tot grote sterke regionale spieren.


Ervaring met nekklachten

De manueeltherapeut wordt vaak ingeschakeld bij nekklachten. Deze kan de oorzaak van de klachten herleiden en behandelen. Nek-schouderklachten zijn een van de meest voorkomende klachten. Er is veel ervaring met de behandeling van deze klachten.


Aandoeningen van de nek

Acute torticollis
Cercicaal facetsyndroom
Cervicaal houdingssyndroom
Cervicale radiculopathie
Cervicogene hoofdpijn
Clusterhoofdpijn
Hoofdpijn door medicijnen
Kaakdiscus disfunctioneren
KANS
Kneuzing
Migraine
Spanningshoofdpijn
Uncovertebrale artrose/syndroom
Whiplash/acceleratie-deceleratietrauma